Digitale adaptieve Centrale Eindtoets

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets is een toets op maat. Het is een toets die goed aansluit bij de digitalisering van leermiddelen en samenleving en het is een toets die beter differentieert.

Opbouw van de digitale adaptieve Centrale Eindtoets

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets bestaat uit vier verplichte onderdelen: rekenen, lezen, taalverzorging en schrijven. Scholen kunnen per leerling kiezen voor het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie. Voor lezen, taalverzorging en rekenen is er sprake van een adaptieve toets. Schrijven en wereldoriëntatie zijn niet adaptief.

De toets is opgebouwd uit meerdere toetsdelen.

  • Toetsdeel 1 telt 16 vragen voor de onderdelen lezen, rekenen en taalverzorging en wordt op één niveau aangeboden;
  • Toetsdeel 2 telt 25 vragen op de genoemde drie onderdelen en wordt op twee niveaus aangeboden afzonderlijk voor lezen, taalverzorging en rekenen;
  • Toetsdeel 3 telt 29 vragen op de genoemde drie onderdelen en wordt op drie niveaus aangeboden;
  • Toetsdeel 4 telt 50 vragen op de genoemde drie onderdelen en wordt op drie niveaus aangeboden. Daarnaast zijn er 20 vragen voor schrijven in dit toetsdeel. De vragen voor schrijven zijn voor alle leerlingen gelijk;
  • Toetsdeel 5 is het facultatieve toetsdeel voor wereldoriëntatie en telt 90 vragen.

Adaptief in meerdere toetsdelen

Per toetsdeel wordt gemeten wat het niveau van de leerling is. Het niveau van de leerling wordt dus op meerdere meetmomenten bepaald op basis van de score over een set aan opgaven. De resultaten van de toetsdelen samen vormen de totale score. Doordat de digitale toets adaptief is, is het een toegankelijke toets op maat, uitdagend en motiverend voor elke leerling.

Het niveau van de leerling voor de onderdelen lezen, taalverzorging en rekenen wordt los van elkaar gemeten. Dit biedt ruimte voor leerlingen met een disharmonisch profiel. Het betekent namelijk dat de leerling voor rekenen op een ander niveau kan worden getoetst dan voor taal. Ook is er een aantal digitale hulpmiddelen beschikbaar in de toets, waaronder spraaksynthese. Mede om deze redenen is de digitale adaptieve Centrale Eindtoets ook zeer geschikt voor leerlingen uit het speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo) en andere leerlingen met ondersteuningsbehoeften.

Verschillende soorten vragen

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets bevat verschillende soorten vragen. Er zijn meerkeuzevragen, open vragen, vragen waarbij de leerlingen de antwoorden naar de juiste vakjes moeten slepen en vragen waarbij ze in een plaatje het goede antwoord moeten aanklikken. Ook zijn er vragen met beeld- en geluidsfragmenten. Dit maakt de toets afwisselend voor leerlingen.

Inhaalmoment is digitaal

De Centrale Eindtoets kan tijdens het inhaalmoment alleen in de digitale adaptieve variant worden afgenomen. Dit betekent dat als de school eerder alle leerlingen de papieren Centrale Eindtoets heeft laten maken, zij voor die leerlingen die de toets inhalen een systeemcheck moet uitvoeren.

Digitaal toetssysteem Facet

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets wordt in Facet afgenomen. Facet is het  systeem van de overheid voor het afnemen van digitale toetsen en examens. Het gebruik van Facet stelt een aantal voorwaarden aan de digitale infrastructuur van uw school.

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets is zoveel als mogelijk device-onafhankelijk. U kunt vaste computers, laptops of Chromebooks gebruiken. Ook zorgt Facet ervoor dat de digitale adaptieve Centrale Eindtoets goed beveiligd is en dat leerlingen tijdens de toets bijvoorbeeld niet op internet kunnen.

Facet bestaat uit een portal, een afnamemonitor en een afnameomgeving voor de leerlingen. In de portal schrijft u de leerlingen in voor de Centrale Eindtoets en worden de rapportages gepubliceerd. Met de afnamemonitor wordt de afname begeleid. In de afnameomgeving maken de leerlingen de digitale adaptieve Centrale Eindtoets.